dinsdag 17 november 2015

Werkstress; hoe staat het met de bedrijfscultuur en de veilige werkomgeving?

Vorige week was het de week van de werkstress, vorig jaar (2014) was zelfs het jaar van de werkstress. Er wordt niet voor niets veel aandacht besteed aan dit probleem; volgens het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten (NCvB) is het aantal beroepsgebonden psychische aandoeningen inmiddels gestegen tot maar liefst 32%!

Het merendeel betreft overspannenheid of burn-out en is terug te voeren naar problemen met werkinhoud, werkhoeveelheid en de onderlinge verstandhouding met collega’s. De door TNO geschatte loonkosten per eind vorig jaar waren maar liefst 2,2 miljard euro!

Symptoombestrijding
Veel bedrijven doen aan symptoombestrijding door het geven van trainingen en cursussen op het gebied van stressbestendigheid en de werk-privé balans. De werkstress-resistentie als competentie. Het lijkt een oplossing, maar dat is het zeker niet wanneer de oorzaak dieper ligt. In de meeste gevallen zijn de grootste stressfactoren de werkomgeving en de onderlinge communicatie.

Bedrijfscultuur
Goede werkgevers zijn de bedrijven die erkennen dat werkstress geen op zichzelf staand thema is, maar een wezenlijk onderdeel van de geldende bedrijfscultuur. Er moet consequent aandacht voor zijn met als doel gemotiveerde medewerkers.

Rol voor leidinggevenden
Vertrouwen en openheid op de werkvloer moet door leidinggevenden worden gestimuleerd, zij geven het voorbeeld en vormen zo de basis voor een juiste onderlinge verstandhouding. Duidelijke richtlijnen, oog voor de ander, vriendelijkheid gecombineerd met professionaliteit, het leidt tot meer werkplezier en dus tot minder ziekteverzuim.

Samen sta je sterk 
Collega’s weten onderling heel goed wanneer er iemand overbelast is. Doet dit feit zich voor dan is het doel om gezamenlijk te werken aan de oplossing. De leidinggevende is zich bewust van zijn/haar rol en positie (het voortouw nemen, het realiseren van vertrouwen en openheid). Er wordt naar elkaar geluisterd. Het sociale draagvlak, de gezamenlijke doelen en de professionaliteit vormen de vertrouwensbasis. Werkstress is dus geen thema, maar een onderdeel van de bedrijfscultuur. Oog voor elkaar, de menselijke maat en mogelijke kwetsbaarheid.

woensdag 25 maart 2015

Het misverstand over flexwerk en de vaste baan

Al van oudsher dient de uitzendbranche als graadmeter voor de arbeidsmarkt. Groeit de economie dan merkt de uitzendbranche dat als eerste en neemt het aantal uren en de omzet binnen die branche toe. Ook het omgekeerde is waar; minder economische groei betekent minder uitzendbanen.

Wanneer je de cijfers over flexwerk analyseert dan is te zien dat die graadmeter van de economie (het aandeel van de uitzendbranche) al jaren een vrij constante ‘temperatuur’ vertoont, namelijk rond de 3% van de beroepsbevolking. Een opvallend fenomeen waaruit blijkt dat er meer aan de hand is.

Normaal gesproken neemt de flexibiliteit van de arbeidsmarkt na een crisis toe. Nu er een beperkte groei waar te nemen is, met name in de exportsector, blijkt de uitzendbranche niet evenredig mee te groeien.


Ongeveer een derde van de beroepsbevolking heeft geen vast contract of werkt als ZZP’er.  De toename van de flexibilisering van de arbeidsmarkt zit met name in de stijging van het aantal oproepkrachten, ZZP’ers en tijdelijke contracten met uitzicht op een vaste baan. 

Flexwerk neemt in algemene zin dus toe, evenals de flexibilisering van de arbeidsmarkt, maar de grote wens vanuit de werknemer blijft toch die vaste baan! Een patstelling die de komende tijd de nodige aandacht vraagt met name op het gebied van de wederzijdse loyaliteit.

Arbeidseconoom Ronald Dekker zegt hierover het volgende:


woensdag 4 maart 2015

Gebrek aan loyaliteit werkt fraude in de hand

Meer dan 46% van de nieuw aangenomen professionals op hbo/wo niveau vertrekt binnen de 18 tot 24 maanden. De kosten van zo’n vertrek zijn gigantisch: minimaal € 15.000, maar in uitzonderlijke gevallen loopt de schade op naar 30% tot 100% van het jaarsalaris. Ongewenst en ongewild zou ik zeggen.

Dat een vroegtijdig en vaak ook gedwongen vertrek negatieve gevoelens met zich meebrengt zal niemand verbazen. Interessanter is de wetenschap dat die frustratie leidt tot gebrek aan loyaliteit wat weer een belangrijke motivatie is voor fraude.

Dit blijkt uit onderzoek van Hoffmann Bedrijfsrecherche waarin gekeken werd naar fraude binnen bedrijven en de ontwikkelingen daarin. Het stereotype fraudeur verplaatst zich van de (oude) grijze muis naar de medewerkers met tijdelijke contracten.

De loyaliteit onder deze werknemers verminderd waardoor zij sneller neigen te frauderen. Zeker wanneer ze weten dat er geen contractverlenging volgt en ze niks te ‘verliezen’ hebben.

Voor de werkelijke fraude is natuurlijk alleen de dader verantwoordelijk, maar het voorkomen of minimaliseren van fraude onder werknemers begint preventief bij het aannemen van nieuwe medewerkers.

Search, werving & selectie spelen hierbij een belangrijke rol. Jaarlijks worden er rond de 200.000  nieuwe banen voor professionals ingevuld, maar helaas niet allemaal even succesvol!

De oorzaak van een foutieve aanstelling is veelal te herleiden naar een mismatch in gedrag of cultuur waar binnen iemand het beste uit de verf komt. Zaken waar minder of nauwelijks aandacht aan wordt besteed tijdens de gemiddelde selectieprocedure.

Organisaties kunnen zich afvragen of ze alles in het werk stellen om de juiste professional voor de juiste plek te rekruteren. Naar mijn mening wringt daar de schoen. HR en de betrokken afdelingen laten zich leiden door de tijd die het selectieproces in beslag neemt, vacatures moeten liefst zo snel mogelijk vervuld worden. Niet het eindresultaat, maar de tijd en kosten zijn maatgevend. 

Door de tijd te nemen voor search, werving en selectie, zowel actief als passief, kan uiteindelijk veel ellende en tevens fraude voorkomen worden. Een win-winsituatie! 

dinsdag 10 februari 2015

Hypotheek op basis van getoond gedrag in het verleden?

Door de flexibilisering van werk, strengere regels vanuit de overheid, de maatschappelijke positie van banken en wellicht een verminderd vertrouwen in de toekomst is het lastiger om een krediet te verwerven. Dit geldt zowel voor ondernemers als voor particulieren.

Voor ondernemers, met name in het mkb-segment, zijn inmiddels nieuwe initiatieven ontstaan op het gebied van geldverstrekking. Een goed voorbeeld hiervan is NPEX, de mkb-beurs voor bedrijven die op zoek zijn naar groeikapitaal vanaf € 500.000.

Wanneer je als particulier een hypotheek wilt afsluiten zal de bank onmiddellijk op zoek gaan naar de zekerheidsstelling met als doel het vermijden van risico’s. Ben je in het bezit van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd? Dan wordt je risicoprofiel voor de bank direct lager.

Gaat hier iets mis?
Banken werken al sinds jaar en dag volgens dezelfde principes, terwijl de samenleving en arbeidsmarkt continu veranderen. We leven in een tijd van meer zelfstandigen, meer flexibele arbeidsovereenkomsten en het niet meer bestaan van het zogenaamde ‘lifetime employment’.

Dat vraagt om nieuwe spelregels en initiatieven voor het kunnen en mogen verstrekken van een hypotheek. Obvion is ruim een jaar geleden een pilot gestart met een aantal partijen om tot nieuwe inzichten te komen, de zogenaamde perspectiefverklaring.

ZZP’ers, kleine ondernemers en werknemers met een flexibel arbeidscontract worden door de bank automatisch bestempeld als klanten met een hoog risicoprofiel. Hun ondernemerschap, durf en creativiteit, ook op financieel gebied, wordt niet onderkend. Terwijl deze groep, vanwege het ontbreken van een langdurig vangnet, veelal extra gemotiveerd is om te voldoen aan hun verplichtingen jegens de bank.

Is gedrag een leidraad?
Gek genoeg wordt enerzijds ondernemerschap, flexibiliteit en zelfstandigheid gestimuleerd door de overheid. Anderzijds zijn banken niet in staat om tot een meer reële risicoanalyse te komen en daarmee te voorzien in hun maatschappelijke functie.

Een goede optie zou zijn om juist die groep van ondernemende hypotheekaanvragers nog specifieker te beoordelen op hun verleden. Hebben zij hun verantwoordelijkheid genomen als het aan komt op maatschappelijke en financiële verplichtingen?

Getoond gedrag in het verleden heeft tenslotte een hoge mate van voorspelbaarheid voor het te tonen gedrag in de toekomst!

dinsdag 13 januari 2015

Prettige wedstrijd zou ik zeggen!

Er heerst optimisme voor het nieuwe jaar. Het sentiment is positiever en de economische groei wordt door het IMF geraamd op 1,4%. Het CPB is iets voorzichtiger en de banken zijn weer iets optimistischer. Er bestaat zo ogenschijnlijk een redelijke consensus onder de economen, bijna iedereen is het met elkaar eens! Des te meer reden om extra alert te zijn…

U weet dat economen slechts een richting aan geven, hun visie is een voorspelling, economie is tenslotte geen wetenschap. En u weet ook dat behaalde resultaten uit het verleden geen garanties bieden voor te behalen resultaten in de toekomst, wat die resultaten ook mogen zijn.

‘Wordt ons dan zand in de ogen gestrooid?’ Het zou kunnen gezien de ervaringen van de laatste vijf jaar. Of moeten we gewoon toegeven dat de werkelijkheid veel weerbarstiger is dan welke voorspelling dan ook? Duidelijk is dat de beleidsmakers met legen zakken staan. De rente is tot bijna nul gedaald en de Nederlandse schuldenlast is hoog. Nog pregnanter zijn de schulden in de particuliere sector, die zijn extreem hoog.

De oplossing?
Bezuinigen en lastenverzwaring was het antwoord van de overheid. Dit heeft geleid tot een hoge werkloosheid, meer bijstandsgerechtigden en een leger aan (al dan niet vrijwillige) ZZP’ers. Wist u dat 330.000 mensen moeite hebben om hun zorgpremie op tijd te betalen, er achterstand is op huur-, energie- en hypotheekverplichtingen, bij 32% van de hypotheken het huis onder water staat, 800.000 verzekerden hun eigen risico niet kunnen betalen en dat er 1,2 miljoen mensen in armoede leven? Geldt Piketty ook voor Nederland?

Ontwikkeling van de werkgelegenheid
Op basis van een recent onderzoek onder 751 gevestigde werkgevers zijn de verwachtingen voor het eerste kwartaal van 2015 tegenvallend. Slechts 5% van de werkgevers verwacht het personeel te zullen uitbreiden, 9% verwacht een afname en 85% verwacht geen verandering. Dat is een afname in vergelijking met het voorafgaande kwartaal en met diezelfde periode in 2014.

Positief onderscheidend
Als ik de cijfers uit dit rapport mag geloven dan trekt de werkgelegenheid met name in West-Nederland iets aan en dan specifiek de mkb-bedrijven met een grootte van 50-249 werknemers. Laat dat nu exact onze doelgroep zijn! Genoeg kansen dus voor search, werving & selectie van professionals op hbo/wo niveau. Of dat zeker is? Het is een slechts een voorspelling, maar wel een positieve. Wij wensen u een prettige wedstrijd in 2015!